BLOG: Smalltalk

Getuigenissen 30/01/2020

De afgelopen week was zonder enige twijfel een goede week. Ik ben fris en monter, en wrijf me in de handen als ik denk aan al het werk dat de komende periode op me wacht. Ik kan bergen verzetten.

Toch is het niet altijd even eenvoudig. Ik herlas de sprankelende en inspirerende blogteksten van Cédric Raskin rond zijn Tournée Minérale-ervaringen (precies een jaar geleden). Een van de dingen die ik daaruit meeneem is dat je je tijdens een Tournée minérale niet mag focussen op wat je jezelf ontzegt, maar dat je je moet richten op al het goede dat daarvoor in de plaats komt — tientallen alternatieve sapjes en mocktails, en en plus een herwonnen alertheid, energie en scherpte. Maar... wat als dat laatste het plots laat afweten?

Pianoconcerto in mineur

Samen met Eva woonde ik een van de afgelopen avonden een pianoconcert bij in een parochiezaaltje. We mochten de zaal nog niet in en stonden allemaal op een kluitje te wachten. Ik stond vlak bij enkele mensen die ik vaagweg kende en er leek van me te worden verwacht dat ik hen aansprak. Maar ik merkte dat ik daar volstrekt geen zin in had. Ik wilde geen smalltalk voeren. Ik voelde me moe en buitengewoon saai. Ik had in het geheel niets te melden en had evenmin zin om te doen alsof ik hun namen nog zou kennen of nog zou weten wat ze uitspookten in het leven. Ik hing over mezelf als over een donkere put... 

Een dergelijke bui overvalt me heel af en toe. Meestal muis ik er dan stiekem vanonder en ga naar huis om met een boek in bed te kruipen, mezelf troostend met de gedachte dat het de volgende dag vast beter zal zijn (wat gewoonlijk ook zo is). Maar ik verkeerde deze avond in gezelschap en wilde ook graag de pianist horen — die ik een beetje ken en met wie ik altijd erg leuke gesprekken heb. Er zat dus niets anders op dan een wijntje te bestellen — of twee. Want ook dat kan de bui doen overwaaien, vaak zelfs van het ene moment op het andere. Alleen... dat ging dus niet. Geen alcohol voor mij deze maand...

De man die de drankjes haalt

Tijdens het fijne concert dacht ik even dat de pianist me met zijn subtiele spel en zijn humor overheen 'de bui' aan het tillen was, maar toen ik na het concert met Eva tegen een van de hoge tafeltjes geleund stond en we gezelschap kregen van een koppel met wie Eva vaag bekend scheen te zijn, keerde de bui in alle hevigheid terug. De man van het koppel, met wie Eva spoedig in druk overleg was, kwam me voor als een ontzettend boeiend, kleurrijk en bovendien buitengewoon rechtschapen man, tegen wie ik schril afstak, ook al drongen zijn woorden nauwelijks tot me door, van de kaart als ik was. Om ervoor te zorgen dat zijn vrouw (of vriendin) het woord niet tot me zou richten, deed ik alsof ik zeer intens luisterde naar mijn nieuwe held. Daarna kwam ik op het idee een rondje te geven — ik zou de man worden die de drankjes ging halen... Een rol die ik — totaal niet overtuigend, hield ik mezelf voor — spoedig uitspeelde tegen de enkele bekenden die me op weg naar de toog aanklampten... 'Sorry, ik moet dringend een bestelling opnemen... We zien elkaar straks...'

'Drie witte wijntjes en...' hoorde ik mezelf zeggen aan de toog. 'En...'

Zou ik toch niet ook zelf een wijntje bestellen? Of die Westmalle Tripel die men speciaal voor mij op de toog leek te hebben gezet? Welke lezer zou niet begrijpen dat hier sprake was van een overduidelijk geval van overmacht? Als het woord noodtoestand ergens op geplakt mocht worden... Wie zou mij de eerste steen toewerpen?

'En... een gember Bionade. Ja, dat mag in het flesje.'

Het Tournée Minérale-lied         

Nee, ik zou liegen als ik schreef dat het de hele week een fluitje van een cent is geweest. De avond die ik beschreef viel me moeilijk en ik miste de (schijn)oplossing van alcohol. Maar ik had het geluk iemand als Eva bij me te hebben, die haar medemens feilloos aanvoelt.

'Zullen we maar eens?' zei ze na haar wijntje.

Buiten lachte ze. 'Jij met je schijnproblemen... Jij bént helemaal niet saai. En wat dan nog? Jij mag van mij gerust af en toe lekker saai zijn. Doe maar op.' En ze slaakte een luide lange geeuw.

'Trouwens,' zei ze nog. 'De man met wie ik praatte is een grote kwal. 't Is maar dat je het weet. Hij valt op een vriendin van me, die hij op een tamelijk griezelige manier halvelings stalkt. Ik ben blij dat we hem konden afschudden.'

Ik kon een lach niet onderdrukken. En was nu toch een beetje fier dat ik niet gezwicht was, erop vertrouwend dat de energie en alertheid de volgende ochtend opnieuw present zouden zijn...

 PS: En of ze dat waren... Ik werkte de hele dag met bijzonder veel plezier aan een korte song om iedereen die meedoet aan TM een hart onder de riem te steken. 

Terug naar overzicht